|
|
||
|
|
|
|
|
|
||
Sjamanistische dood level ISjamanistische dood Level 1 Als voorbereiding werd ons gevraagd onder een doek of deken te gaan liggen waarbij je gezicht bedekt was. Daar ik geen onervaren persoon ben wat betreft transformerend proceswerk was ik nieuwsgierig waar dit naar toe zou leiden. Byelka, de assistenten en de (energetische) ruimte voelden als veilig. Een cocon waarbinnen de rups zich terugtrekt om later als vlinder herboren te worden. Ik wist toen nog niet dat dit in essentie zou gebeuren. Ik lag op een matje op de grond onder mijn deken toen het ritme van de trommels van Byelka en haar assistenten aanzwelden en ik opgenomen werd in een golf van constant aanhoudend ritme van deze oergeluiden. Ik kwam in een diepe trance en in een staat van overgave toen Byelka haar power song inzette en vervolgens de spirit van Beer aanriep. Over het doorgaande ritme van de trommelslagen heen, hoorde ik in de verte de stem van Byelka: “roep spirit van Beer bij je”. In gedachte deed ik dit, maar het was in zijn geheel niet nodig. De spirit van beer was al gekomen en begon met het verwijderen en eten van mijn hersenen. Hij haalde mijn hersenpan open en vrat met lompe uithalen van zijn klauwen mijn hersenpan leeg. Nadat de spirit van beer zich teruggetrokken had, kwam spirit van Adelaar. Deze nam mijn ogen mee. Dit was in een mum van tijd gebeurd. Voordat ik het me kon realiseren was hij al weer vertrokken. Toen de spirit van Wolf zijn intrede deed, begon zich een zweem van angst rond mijn hart te manifesteren. Ik wist dat hij kwam voor mijn hart en longen. Het was een angst van een andere orde dan in het “normale” leven. Ik was bang om het oude achter me te laten en angstig voor het onbekende. Toen hij mijn borstkas met zijn poten en bek openmaakte voelde ik een energetische pijn, de “precious pain” van het loslaten. Mijn stervend ego deed ergens nog een laatste wanhopige, maar onzinnige poging om zich hier niet aan over te geven, een laatste verzet tegen de dood van zijn bestaan, terwijl mijn ware ik zich bewust werd van een enorme kracht. Ondertussen zakte ik op het aanhoudende ritme van trommels en zang in een steeds diepere trance, het enige wat ik nog kon doen was me overgeven aan deze trance en de spirits die me opaten. Wolf trok zich terug en de spirit van Vos deed zijn ronde. Hij vrat mijn ingewanden en organen weg. Ook hierbij voelde ik de energetische “precious pain” van de overgave en het loslaten, maar nu in het gebied van mijn buik. Ik was ondertussen in een staat waarin ik het idee had dat ik mijn lichaam niet meer kon voelen en bewegen. Ik lag als genageld aan de vloer. Ook spirit van Vos trok zich terug, waarop als laatste de spirit van Hert kwam. Zij maakte het werk af door armen en benen los te scheuren en vervolgens weg te eten. Ik was in een diepe trance maar had een helder bewustzijn. Dit hele proces van overgave aan de spirits en het loslaten had een intense erotische, sensuele kwaliteit, zonder dat het een seksuele lading had. Het was van een dierlijke, wilde, ongepolijste, ruwe (het Engelse “rough” is hier beter op zijn plaats) spirituele aard. Een zuivere vorm van dierlijke spirituele liefde waaraan ik me had overgegeven. Het had geen franjes, geen voorwaarden, geen geheime agenda. Het had geen oordelen, geen manipulatie of dwang. Het was van een natuurlijke, wilde, krachtige doordringende schoonheid. Opeens zag ik mezelf liggen in het gras, het was nacht en toch kon ik alles, de omgeving zien. Het gras was van een intense kleur groen alsof het gemanipuleerd en bewerkt was met een software programma als photoshop. Er was niets anders van mij over dan een kaalgevreten skelet. Ik kon in detail mijn kale botten, met hier en daar een stukje van de resten van een pees wat nog vast was blijven zitten zien. Je kon zien dat het nog vers was. Ook dit was van een intense kleur en kwaliteit. Op hetzelfde moment dat ik dit zag werd ik me gewaar van mijn higher self of mijn ziel. Ik zweefde rechts boven mijn skelet en werd overmeesterd door gevoelens van vrijheid, vrede en liefde. Er kwam een ontzettende kracht in mij los. Al meerdere malen in mijn leven had ik contact gehad met spirituele intensiteit, hoger bewustzijn en hogere krachten. Toch was het ditmaal verre van anders. In vroegere ervaringen kon ik zo schrikken van de liefdevolle essentie van puur zijn en van hogere krachten dat ik me daardoor meteen weer terugtrok. Deze intense hoge trilling kon mijn systeem eenvoudig weg niet dragen, waardoor ik per direct alle poorten sloot en ik met een desolaat gevoel achterbleef. Nu waren er geen poorten meer om te sluiten of een systeem om mijzelf in terug te trekken. Mijn lichaam en ego waren er simpelweg niet meer. Alle zwaarte, ego en drama van het gewone leven waren weg. Ik was lichtheid, liefde, kracht en helder bewustzijn. Ik zag mijn skelet liggen alsof het niet van mij was en ik kon me ergens bedenken dat ik nu de vrijheid had te gaan waar ik wilde. Toch bleef ik op eenzelfde plek hangen en keek naar mijn skelet in het ongekende hemelse groene gras. Een “stem” zei: “kijk dit was je lichaam, ga het maar van dichterbij bekijken”. Ik deed dat en terwijl ik tussen mijn ribben door zweefde hoorde ik in de verte de trommels en Byelka’s power song. Ik hoorde Byelka iets zeggen over Ayi…… Ik kon maar een ding bedenken: “ik wil hier nooit meer weg”. Ook hier was naast zuiver bewustzijn en puur leven, de erotische extase, verrukking, zonder de seksuele lading; Pure levenskracht. Byelka riep Tengri (God, de bron, allerhoogste spirit) aan. Ik werd overweldigd door spirituele liefde. Ik werd bewust van mijn eigen liefde en de liefde om mij heen. Langzaam werd ik hier naar toe gezogen. Er waren “hogere spirits, gidsen van licht en liefde van een ongekende orde aanwezig. Ik werd meer en meer opgenomen in deze onvoorwaardelijke liefde. Toen hoorde ik ergens in de verte Byelka de spirit van Beer weer roepen. Ik realiseerde me dat ik terug moest. Met kleine stukjes tegelijk kleide Beer mijn hersenen terug. Ik wilde niet, was “bang” weer terug te moeten naar mijn leven en deze verrukking los te moeten laten. Ik wilde niets anders dan in deze staat van zijn blijven. Mijn ogen werden weer terug gezet. Spirit van Wolf kwam terug met grote weerzin van mijn zijde. Ik wilde het keer op keer gekwetste hart en de longen die in het verleden lange tijd gebukt hadden gegaan onder de kwellingen van Astma aanvallen niet meer terug. Hoewel ik mij verzette werden hart en longen teruggezet. Er was geen ontkomen meer aan. Tot mijn verbazing en tegen mijn verwachting in bleef de vrede, vrijheid, kracht en liefde een deel van mij. Spirit van Vos bracht mijn organen en ingewanden terug en als laatste kwam spirit van Hert met mijn armen en benen. Al die tijd lag mijn lichaam als vast genageld tegen de vloer aan gedrukt. Langzaam werd ik me hier meer en meer van bewust. Ik voelde pijn in mijn lichaam. Ik wilde me bewegen, dit ging niet. Ik realiseerde me dat het ritme van de trommels gestopt was. Ik draaide me nu met wilskracht om, om een wat aangenamere houding voor mijn lichaam te creëren. Ik hoorde stemmen op de achtergrond. Byelka kwam dichterbij, ze maakte een grapje over mijn trommel, dit bracht me terug in de realiteit van het nu. Ze zei dat wanneer ik niet terug zou komen, ze er een mooie trommel bij zou hebben. Er was een diepe kracht, vrede, wijsheid en geluk in mij neergekomen. S’Avonds ben ik naar huis gegaan en hoewel ik me lichamelijk uitgeput voelde, was er zoveel rust en vrede in mij. Ik ben naar bed gegaan en heb met onderbrekingen licht geslapen. De volgende dag werd ik vroeg wakker. Ik had pijn in elke spier van mijn lichaam. Mijn spieren voelde beurs, alsof er de vorige dag een vrachtwagen over me heen was gereden en de uitputting was nog steeds in mijn lichaam aanwezig. De hele dag heb ik doorgebracht met niets doen. Ik was lichamelijk een wrak, maar psychisch/emotioneel in een euforische staat. Deze avond ben ik weer vroeg naar mijn bed gegaan. Die nacht waren mijn dromen gevuld met de ervaringen van het ritueel van de sjamanistische dood daarvoor. In de morgen werd ik wakker van het heldere zingen van een vogeltje. Ik herinnerde me opeens de grapjes die Byelka en Johan aan het eind van de “sjamanistische dood” hadden gemaakt, toen ik op de grond lag en niet terug wilde/kon keren. Ik herinnerde me Byelka zeggen, dat als ik niet terug kom ze me achter in de tuin zouden begraven en ze mijn trommel zouden confisqueren. Mijn trommel is erg belangrijk voor mij, maar in het moment van die ervaring kon het me niks schelen. De herinnering aan deze grapjes deed mij de hele dag vreselijk lachen. Mijn spierpijnen en uitputting waren verdwenen, de diepe vrede gebleven. Ik was die dag en de dagen ernaar argwanend richting mijn staat van zijn. Uit ervaring van vorige diepere bewustwording en transformatie processen, wist ik dat het ook weer dicht kon slippen door de dingen en zorgen van alledag. Ik dacht: ‘laat ik maar een aantal dagen wachten tot de eerste euforie weggezakt is voordat ik hier een reëel oordeel over vel’. Nu ik dit schrijf is er een kleine week verstreken. De heftige euforie heeft plaatsgemaakt voor onderscheidend vermogen richting mijzelf en de ander. Ik ben me sterk bewust van de onvoorwaardelijke liefde van God en van mijzelf. Een liefdevolle, universele wijze “moeder”, die met alle geduld van de wereld en een onvoorwaardelijke liefde luistert naar alle streken, interne monologen, verdriet, kwellingen, pijn en (zelf)gecreëerde levensdrama’s van het ego en het lichaam. Er is vredige zachtheid naar mezelf en de ander over me gekomen. Ik ben me meer bewust geworden van spirithelpers en de kwaliteiten van mijn higher self. De wereld is een andere plek geworden, een krachtige bron van levensenergie. Ik kan helderder zien, weten, voelen en waarnemen. De wetenschap dat je nergens dwang of manipulatie op uit hoeft te oefenen, je in essentie alleen maar hoeft te zijn, de rest wordt je vanzelf gegeven, is nog meer bewust geworden en bekrachtigd. Vechten en overleven maken steeds meer plaats voor zijn. De wetenschap dat er in jezelf een (levens)kracht aanwezig is en dat jezelf keuzes kunt maken of richting wijsheid, kracht en liefde, of richting wanhoop, pijn en verdriet is nog meer bevestigd. Een vrolijke vergevingsgezindheid richting al mijn menselijke dwalingen, streken en steeds maar opnieuw herhalende nog niet bewust geworden emotionele patronen, fouten en negatieve gedachten gangen wordt steeds meer van mij meester. Ik ben s’avonds als andere vrouw bij deze Sjamaan vertrokken. Niet meer dezelfde die ik s’morgens was. Ik ben hier eeuwig dankbaar voor. A. ![]() |
|||